Er zijn christenen die zich afvragen of lidmaatschap van een plaatselijke gemeente wel nodig is. Sommigen die uit een traditioneel kerkelijke achtergrond komen verzetten zich er zelfs tegen. De Bijbel toont ons echter wel degelijk, dat nieuwe gelovigen zich onmiddellijk voegden in een plaatselijk lichaam van gelovigen.
Er zijn zeker tien redenen om lid te willen zijn van een plaatselijke gemeente.
1. Apostolische instelling
Het was een apostolische instelling (Handelingen 2:42-47).
In de eerste christengemeente kwamen de gelovigen dagelijks met de apostelen samen voor onderwijs, gemeenschap, het breken van brood en gebed. Er is geen indicatie dat er gelovige waren die zich van de plaatselijke gemeente afzijdig hielden. We lezen in Handelingen 9:26 ook dat Paulus probeerde om in Jeruzalem zich te “voegen bij de discipelen”.
2. Ledenlijsten in de eerste gemeente
De eerste christenen hielden bij wie tot de gemeente behoorden (Handelingen 2:42-47).
Verschillende keren lezen we in het boek Handelingen “en de Here voegde dagelijks aan de gemeente toe”. De gemeenten hielden blijkbaar goed bij wie nieuw bij het lichaam van Christus kwamen. Getallen vertegenwoordigden gelovigen, en zij voegden die gelovigen aan de gemeente toe. In andere gedeelten van Handelingen worden deze numerieke toevoegingen bevestigd. (Handelingen 2:47; 4:4; 5:14; 6:1,7; 11:21; 16:5).
3. Ecclesia
Het Griekse woord voor gemeente is “Ecclesia”.
Ecclesia betekent: “De uitgeroepenen”. Dit woord geeft duidelijk aan, dat je uit iets (de wereld) geroepen bent in iets nieuws (de gemeente). Dit houdt zowel de universele gemeente als de plaatselijke gemeente in. Geestelijk gezien worden we een deel van de Gemeente (het Lichaam van Christus) wereldwijd. Praktisch gezien betekent dat, dat we een deel worden van een plaatselijke gemeente die midden in onze maatschappij staat en daar haar invloed uitoefent. We kunnen niet uit het één geroepen worden zonder in het ander geroepen te worden. Het boek Handelingen spreekt immers niet over de “onzichtbare gemeente”.
4. Een uitdrukking van betrokkenheid en toewijding
Lidmaatschap van een plaatselijke gemeente geeft uitdrukking aan betrokkenheid en toewijding.
We leven in wereld waar betrokkenheid en toewijding afneemt en loyaliteit zoek raakt. In deze wereld heeft de gemeente een opdracht om als voorbeeld te gelden voor betrokkenheid en toewijding. Jezus is op zoek naar hen, die niet achteromzien, die de kosten hebben berekend, en die bereid zijn om alles op te geven om Hem te volgen (Lukas 9:62; 14:33). Lidmaatschap van een plaatselijke gemeente betekent betrokkenheid en toewijding in tijden van zegen en in tijden van moeiten.
5. De “zorg-”factor
Lidmaatschap van een plaatselijke gemeente geeft ook vorm aan de “zorg” factor.
Leden van een plaatselijke gemeente hebben de opdracht om vorm te geven aan een aantal functies van de plaatselijke gemeente. Dit is onder andere zorgen voor elkaar, elkander hoogachten, delen met elkaar en gastvrijheid betrachten. (Romeinen 12; 1 Kor. 12). Paulus ging zover dat hij zei dat we elkander toebehoren. Deze vorm van een “zorg” gemeenschap werkt het best, als de afzonderlijke leden van het lichaam een duidelijk teken van betrokkenheid en toewijding aan elkaar hebben gegeven. Dan kun je pas goed een Romeinen 12 gemeente worden.
6. Verdeling van lasten
Lidmaatschap van een plaatselijke gemeente verdeelt de lasten.
We worden aangemaand om elkanders lasten te dragen (Gal. 6:2). Het beeld wat bij deze tekst hoort is dat van een lastdier, een muilezel. Een muilezel kan tien keer zoveel last dragen dan een mens. Dat is ook zo in de plaatselijke gemeente. We hebben elkaar soms nodig om elkaars lasten te dragen. Betrokkenheid door lidmaatschap van een plaatselijke gemeente zegt: “Ik ben bereid om een deel van de last van een ander te dragen”. Dit bouwt ook vertrouwen in het hart van het gemeentelid op dat als de dag aanbreekt dat het gemeentelid zelf hulp nodig heeft om een last te dragen, er zeker iemand in de buurt is die komt helpen, net zoals in een gezonde gezinsrelatie zou gebeuren. (1 Kor. 12:26)
7. Aanmoediging en bemoediging
Lidmaatschap van een plaatselijke gemeente is een aanmoediging en een bemoediging.
“En laten wij op elkander acht geven om elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken. Wij moeten onze bijeenkomsten niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen, en dat te meer, naarmate gij de dag ziet naderen.” (Hebr. 2014,25). Aangespoord en bemoedigd worden zijn twee zegeningen die we ontvangen als gevolg van onze betrokkenheid bij- en onze toewijding aan een plaatselijke gemeente.
8. “Ik wil dienen”
Lidmaatschap van een plaatselijke gemeente zegt: “Ik wil dienen”.
Zoals je je aanmeld bij het leger om je land te dienen, geldt ook je aanmelding als lid van een plaatselijke gemeente. We sluiten ons aan bij de rijen van de toegewijden en betrokken gemeenteleden om alle voordelen van de dienst in Gods leger te ontvangen. Iemand zei eens: “Je bent een toeschouwer die aan de kant staat of een medestrijder”. God ziet uit naar medestrijders voor Zijn leger. Ef. 4:12 zegt hierover: “om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus.” Alleen waarachtige deelnemers zullen de uitrusting ontvangen om de Grote Opdracht te vervullen. (Matt. 28:18-20). Alle geestesgaven waren bedoeld om binnen de context van de gemeente te functioneren (1 Kor. 12:7; 1 Petr. 4:10).
9. Onderworpen houding van het hart
Lidmaatschap van een plaatselijke gemeente spreekt van een onderworpen houding van het hart.
Leden onderwerpen zich eerst aan elkaar en dan aan Christus (Ef. 5:21-24), want Christus is het hoofd van de Gemeente, Zijn lichaam waarvan Hijzelf de Redder is. De Bijbel laat ons duidelijk zien dat de gemeente geen organisatie is met een hiërarchische ladderstructuur, waarbij de gemeenteleden aangemoedigd worden om hoger op de ladder te komen. In tegendeel. De gemeente is een lichaam waarvan Christus zelf het hoofd is en achter de knoppen zit. Alle leden zijn onderworpen aan het hoofd, hun ene en enige leidsman. Als gevolg hiervan zou een ieder bereid moeten zijn zich te onderwerpen aan elkaar en aan Christus. Dit voorziet in het afleggen van rekenschap aan elkaar en staat anderen toe om raad en correctie in ons leven te geven als dat nodig is (Matt. 18:15-17).
10. Symbool voor hemelburgerschap
Lidmaatschap van een plaatselijk gemeente staat symbolisch voor ons hemelburgerschap.
“Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods” (Ef. 2:19). Onze toewijding aan het gezin van God geeft ons aanspraak op het hemelburgerschap en elimineert onze vreemdelingenstatus. Als vreemdelingen inwonenden willen worden van een ander land en dezelfde rechten van dat nieuwe land willen krijgen, dan wordt er van hen een betrokkenheid en toewijding verwacht. Verder wordt er van hen verwacht dat zij als goede burgers mede verantwoordelijk willen zijn voor de veiligheid, verdediging, wetten en gezagsvormen van dat land. Waarachtige gelovigen zijn Gods volk door hun geloof in Jezus Christus (Joh. 14:6) zijn toegevoegd aan Gods huisgezin waarvan de plaatselijke gemeente de uitingsvorm is.
Conclusie
Betrokkenheid en toewijding in een plaatselijke gemeente betekent veel meer dan dat je naam op een ledenlijst staat. Het betekent dat je de verantwoordelijkheden op je wilt nemen die voortvloeien uit de voorrechten die het kindschap Gods met zich meebrengt. Gezegend worden en anderen zegenen, “nee” zeggen tegen de mate van betrokkenheid en toewijding die de wereld kent en “ja” zeggen tegen Gods betekenis van betrokkenheid en toewijding. Er zijn hele goede bijbelse redenen om anderen aan te moedigen om lid te willen zijn van een plaatselijke gemeente