Voorbeeld statuten - presbyteriaans

Korte inhoud van deze statuten:

Artikel 1 - Naam en zetel
Artikel 2: Doel
Artikel 3: Deelnemers
Artikel 4:  Raad: samenstelling en benoeming
Artikel 5 – Raad: einde functie, schorsing
Artikel 6 – Raad: bijeenroeping, vergaderingen, besluitvorming
Artikel 7 - Raad: leiding van de vergaderingen, notulen, besluitvorming buiten vergadering
Artikel 8 – Raad: taken en bevoegdheden
Artikel 9 – Vertegenwoordiging
Artikel 10 - Boekjaar; verslaggeving
Artikel 11 - Reglementen
Artikel 12 - Statutenwijziging
Artikel 13 - Fusie; splitsing; omzetting
Artikel 14 - Ontbinding
Artikel 15 - Vereffening
Artikel 16- ANBI-status
*Artikel 17 - Overgangsbepaling boekjaar

STATUTEN

Artikel 1 - Naam en zetel 

  1. De naam van het kerkgenootschap, hierna te noemen "de gemeente" is: *.
  2. De gemeente is gevestigd in de burgerlijke gemeente *.
  3. De gemeente bezit als kerkgenootschap rechtspersoonlijkheid overeenkomstig artikel 2 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
  4. De gemeente is een gemeente van Jezus Christus, nieuwtestamentische gemeenschap van volgelingen en leerlingen van Jezus.
  5. De gemeente heeft de volgende organen:
    • de raad;
    • de vergadering van deelnemers.

Artikel 2 - Doel

  1. De gemeente heeft als doel door het verkondigen van Gods Woord mensen te brengen tot geloof in Jezus Christus en tot het beleven van gemeenschap met Hem en in Hem met elkaar, alsmede het verrichten van al wat hiermee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
  2. De gemeente tracht dit doel onder meer te bereiken door:

    het houden van erediensten en andere samenkomsten;
    het houden van bijbelstudie- en gebedskringen;
    het organiseren van jeugd- en kinderwerk;
    het geven van godsdienstonderwijs;
    evangelisatie in en buiten de plaats van vestiging door woord en geschrift;
    het verlenen van pastorale zorg;
    tot het bereiken van het doel dienstbaar kunnen zijn.

  3. De gemeente heeft als grondslag de Bijbel als het door de Heilige Geest geïnspireerde Woord van God en aanvaardt derhalve de Bijbel als basis voor het functioneren van de gemeente. De gemeente onderschrijft de geloofsbasis van de VPE.
  4. De gemeente is aangesloten bij de Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten, hierna genoemd " VPE" en is een plaatselijke gemeente in de zin van artikel V, lid 2, sub 1 van de statuten van de VPE, in welk artikellid onder meer woordelijk staat vermeld: " Plaatselijke gemeenten die als lid door het Algemeen Bestuur en de Ledenvergadering van de Regio waartoe zij behoren aanvaard zijn. Om als lid aanvaard te worden dient de gemeente ten minste twintig gemeenteleden te hebben. Onder gemeenteleden worden in dit verband verstaan al diegenen, die toegang hebben tot de ledenvergadering en geacht kunnen worden medeverantwoordelijkheid te dragen."

 Artikel 3 - Deelnemers

  1. Deelnemers zijn natuurlijke personen die zich als deelnemer bij de gemeente hebben aangemeld en door de raad als zodanig zijn toegelaten. Een deelnemer dient het doel, de grondslag en de statuten van de gemeente te onderschrijven. Het deelnemerschap is persoonlijk en niet voor overgang vatbaar.
  2. Telkens als de raad dit wenselijk acht, maar ten minste één keer per jaar, wordt een vergadering bijeengeroepen waarvoor alle deelnemers worden uitgenodigd. Deze vergadering wordt aangeduid als de vergadering van deelnemers.
    Een vergadering van deelnemers wordt bijeengeroepen door de raad.
  3. Behalve de deelnemers hebben ook alle raadsleden toegang tot de vergadering van deelnemers. Zij mogen in die vergadering het woord voeren. Over toelating van anderen dan de hiervoor bedoelde personen beslist de raad.
  4. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de raad, behoudens andersluidend besluit van de raad. De raad wijst een secretaris aan die de notulen houdt.
  5. Iedere deelnemer heeft één stem. Besluiten van de vergadering van deelnemers worden genomen met volstrekte meerderheid van de stemmen.*
  6. Het deelnemerschap eindigt door:
    1. het overlijden van de deelnemer;
    2. opzegging door de deelnemer;
    3. opzegging door de raad.
  7. Opzegging van het deelnemerschap door de raad vindt plaats door de raad, door middel van een schriftelijk bericht aan de deelnemer, met vermelding van de reden(en) van opzegging.
    Opzegging is mogelijk:
    - als een lid niet meer voldoet aan de statutaire vereisten voor het deelnemerschap; of
    - als een deelnemer in ernstige mate handelt in strijd met de beginselen zoals verwoord in artikel 2 van de statuten; of
    - wanneer redelijkerwijs van de gemeente niet gevergd kan worden het deelnemerschap te laten voortduren; dit is onder meer het geval indien een deelnemer langere tijd niet meer functioneert binnen de gemeente en er geen zicht is op hernieuwd functioneren binnen afzienbare tijd.
    Bij het opzeggingsbesluit wordt ook de datum van beëindiging van het deelnemerschap vastgesteld.
  8. Aan de eis van schriftelijkheid van een opzegging wordt niet voldaan als de opzegging of het bericht van ontzetting uitsluitend elektronisch is gecommuniceerd.
  9. De raad kan besluiten tot het instellen van het aspirant-deelnemerschap, bijvoorbeeld voor hen die nog niet in water gedoopt zijn. Aspirant-deelnemers zijn geen deelnemer, maar kunnen wel deelnemen aan activiteiten van de gemeente. Aspirant-deelnemers hebben toegang tot de vergadering van deelnemer.
  10. De in deze statuten voor deelnemers getroffen regelingen over toelating en opzegging met de gevolgen daarvan, zijn zoveel mogelijk ook van toepassing op de aspirant-deelnemers.
  11. De raad houdt een register bij waarin de namen, geboortedata en adressen van de deelnemers en aspirant-deelnemers zijn vermeld.

Artikel 4 – Raad: samenstelling en benoeming

  1. De gemeente wordt bestuurd door een bestuur, hierna ook te noemen "de raad", dat bestaat uit ten minste * *en ten hoogste* * natuurlijke personen.
    De raad stelt het aantal raadsleden vast.
    De raad bestaat uit de oudsten, de diakenen en de voorganger van de gemeente. De voorganger is in beginsel voorzitter van de raad.
    De raad heeft een voorzitter, secretaris en penningmeester. De raad voorziet zelf in de verdeling van de functies.
    De functies van secretaris en penningmeester kunnen in één persoon worden verenigd.Voor ieder van hen kan de raad uit zijn midden een plaatsvervanger aanwijzen, die bij ontstentenis of belet de functie vervult van degene voor wie hij als plaatsvervanger is aangewezen.
    Een niet-voltallige raad behoudt zijn bevoegdheden.
  2. De raad voorziet zelf in de benoeming van haar leden.
    Deze benoeming vindt plaats uit de deelnemers van de gemeente, met uitzondering van de voorganger, die ook buiten de deelnemers kan worden benoemd.
  3. Raadsleden worden benoemd voor onbepaalde tijd.*

    keuzeblok:
    a. Raadsleden worden benoemd voor *onbepaalde tijd* / *voor een periode van ten hoogste * - * jaar*.
    Raadsleden treden af volgens een door de raad op te maken rooster. Een volgens rooster aftredend raadslid is *onmiddellijk herbenoembaar*eenmaal onmiddellijk herbenoembaar*niet herbenoembaar*.
    *De raad kan bepalen dat een eerste benoemingsperiode die op grond van het rooster van aftreden * - * jaar is of korter is dan * - * jaar, bij de toepassing van de vorige zin niet in aanmerking wordt genomen.*
    Degene die niet onmiddellijk herbenoembaar is, kan pas na het verstrijken van een periode van * - * jaar na de afloop van zijn benoemingsperiode weer tot raadslid worden benoemd.

    b. Het in een tussentijdse vacature benoemd raadslid neemt op het rooster de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.
    *Wanneer als gevolg hiervan de eerste benoemingsperiode van de in de vacature benoemde * - * jaar is of korter is dan * - * jaar, kan de raad bepalen dat deze benoemingsperiode niet in aanmerking wordt genomen bij de toepassing van onderdeel a van dit lid.*
  4. Een raadslid dient te voldoen aan de bijbelse eisen met betrekking tot voorgangers, oudsten en diakenen.
  5. Een voorganger wordt benoemd voor onbepaalde tijd, tenzij bij de aanstelling anders wordt bepaald.
  6. Ten hoogste de helft van het aantal raadsleden mag met een ander raadslid een familieband hebben. Onder familieband wordt verstaan bloed- of aanverwantschap tot en met de vierde graad en de hoedanigheid van echtgenoot, geregistreerd partner of andere levensgezel.

 Artikel 5 – Raad: einde functie, schorsing 

  1. Een raadslidmaatschap eindigt:
    -   door aftreden van een raadslid;
    *-    door verloop van de termijn waarvoor het raadslid is benoemd;*
    - door overlijden van een raadslid;
    - door ondercuratelestelling van een raadslid of onder bewindstelling van zijn gehele vermogen;
    - wanneer het raadslid niet langer deelnemer is van de gemeente;
    *-    als het raadslid niet meer voldoet aan de vereisten als opgenomen in artikel 8 lid 2 om als raadslid te kunnen worden benoemd;*
    - door ontslag van het raadslid, conform het hierna in lid 2 bepaalde;
    *-    wanneer het raadslid in staat van faillissement wordt verklaard, een regeling in het kader van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing wordt verklaard of hij surseance van betaling verkrijgt;*

    een en ander met inachtneming van het hierna bepaalde.

  2. Een raadslid kan te allen tijde door de raad worden ontslagen. Dit ontslag vindt plaats bij unaniem besluit van de raad, waarbij de stem van het raadslid waarop het ontslag betrekking heeft niet wordt meegerekend. Ingeval van ontslag dient de Geschillencommissie van de VPE te worden geconsulteerd.
  3. Een raadslid kan te allen tijde door de raad worden geschorst. Deze schorsing vindt plaats bij unaniem besluit van de raad, waarbij de stem van het raadslid waarop de schorsing betrekking heeft niet wordt meegerekend. Ingeval van schorsing dient de Geschillencommissie van de VPE te worden geconsulteerd. De schorsing beloopt ten hoogste drie maanden en kan door de raad eenmaal met die termijn worden verlengd. Volgt gedurende de schorsing geen ontslag, dan is de schorsing na het verloop van de termijn geëindigd.

Artikel 6 – Raad: bijeenroeping, vergaderingen, besluitvorming 

  1. Ieder raadslid is bevoegd een vergadering van de raad bijeen te roepen.
  2. De bijeenroeping van de vergaderingen van de raad vindt schriftelijk plaats, met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van bijeenroeping en die van de vergadering niet meegerekend, onder opgave van de dag, het aanvangstijdstip en de plaats van de vergadering en van de te behandelen onderwerpen (agenda).
    Het raadslid dat voor dit doel een adres aan de gemeente bekend heeft gemaakt, kan tot de vergaderingen van de raad worden opgeroepen door een langs elektronische weg aan dat adres gezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht.
  3. Als wordt gehandeld in strijd met een van de bepalingen van de twee vorige leden kan de raad toch rechtsgeldige besluiten nemen, als alle raadsleden in de vergadering aanwezig zijn.
  4. In de vergaderingen van de raad heeft ieder raadslid één stem.
    Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
  5. Besluiten door de raad worden in beginsel genomen met algemene stemmen. Besluitvorming door de raad inzake een urgente aangelegenheid kan plaatsvinden met een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen.

 Artikel 7 - Raad: leiding van de vergaderingen, notulen, besluitvorming buiten vergadering

  1. De voorzitter leidt de vergaderingen van de raad; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
  2. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter van de vergadering over de uitslag van een stemming is beslissend.
    Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, als de meerderheid van de vergadering of, als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk plaatsvond, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  3. Van het verhandelde in de vergaderingen van de raad worden notulen gehouden door de secretaris of een daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon.
    De notulen worden - nadat zij zijn vastgesteld - door de voorzitter en de notulist van de vergadering ondertekend.
  4. De raad kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen als alle raadsleden zich schriftelijk vóór het voorstel hebben verklaard.
    Onder een schriftelijke verklaring wordt ook begrepen een langs elektronische weg gezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, aan het adres dat de raad voor dit doel heeft vastgesteld en aan alle raadsleden bekend heeft gemaakt.

Artikel 8 – Raad: taken en bevoegdheden 

  1. De raad is belast met het besturen van de gemeente. Ieder raadslid is tegenover de gemeente verplicht tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. De raad is verplicht van de vermogenstoestand van de gemeente en van alles met betrekking tot de werkzaamheden van de gemeente, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de gemeente kunnen worden gekend.
    De raad is verplicht de bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
  2. *De raad is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de gemeente zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt.
    *2.  De raad is wel bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, maar niet tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de gemeente zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt. Deze beperking van de bevoegdheid van de raad kan aan derden worden tegengeworpen.*
    De raad is niet bevoegd tot het aanvaarden van nalatenschappen, tenzij dit plaatsvindt onder het voorrecht van boedelbeschrijving.

 Artikel 9 – Vertegenwoordiging

  1. De raad vertegenwoordigt de gemeente.
  2. * De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan twee gezamenlijk handelende raadsleden*, van wie ten minste één moet zijn de voorzitter*.* / *van wie ten minste één moet zijn de voorzitter, secretaris of penningmeester.*
  3. De in beide vorige leden van dit artikel opgenomen bevoegdheid van de raad en raadsleden tot vertegenwoordiging van de gemeente bestaat ook als tussen de gemeente en een of meer raadsleden een tegenstrijdig belang bestaat.
  4. De raad kan besluiten tot het verlenen van incidentele dan wel doorlopende volmacht aan een of meer raadsleden en/of aan anderen, zowel samen als afzonderlijk, om de gemeente binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

 Artikel 10 - Boekjaar; verslaggeving

  1. Het boekjaar van de gemeente is gelijk aan het kalenderjaar.
  2. De raad is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de gemeente op te maken en op papier te stellen. Als de gemeente een of meer ondernemingen in stand houdt, die op grond van de wet in het handelsregister moeten worden ingeschreven, wordt op de staat van baten en lasten de netto-omzet van deze ondernemingen vermeld.
    De penningmeester zendt deze stukken vóór het einde van de in de voorgaande zin bedoelde termijn aan alle raadsleden.
  3. De raad kan de balans en de staat van baten en lasten laten onderzoeken door een door haar aan te wijzen accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek of een andere deskundige. Deze accountant of andere deskundige brengt over zijn onderzoek verslag uit aan de raad. Hij geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring over de getrouwheid van de stukken.
  4. De balans en de staat van baten en lasten van de gemeente wordt vastgesteld door de raad binnen een maand na het opmaken van de stukken als bedoeld in lid 2.
    De vastgestelde stukken worden ondertekend door alle raadsleden. Als een handtekening van een van hen ontbreekt wordt de reden daarvan op de stukken vermeld.
  5. De in lid 2 vermelde termijn kan door de raad worden verlengd met ten hoogste vijf maanden op grond van bijzondere omstandigheden.
  6. In een vergadering te houden vóór de afloop van het boekjaar stelt de raad een begroting van de baten en lasten van het volgende boekjaar vast. De begroting wordt opgemaakt door de penningmeester en aan alle raadsleden gezonden uiterlijk in de voorlaatste maand van het boekjaar voorafgaand aan het boekjaar waarop de begroting betrekking heeft.
  7. De raad stelt een beleidsplan vast en actualiseert dit beleidsplan periodiek.
    Het beleidsplan geeft inzicht in de door de gemeente te verrichten activiteiten, de wijze van werving van gelden, het beheer van het vermogen van de gemeente en de besteding daarvan.

 Artikel 11 - Reglementen

  1. De raad kan een of meer reglementen vaststellen. In een reglement worden regels of nadere regels opgenomen, die de raad nodig acht voor de uitvoering van zijn taak. Een reglement mag nooit in strijd zijn met de statuten of de wet.
    De raad kan elk door hem gemaakt reglement wijzigen en ook intrekken.
  2. Een reglement wordt schriftelijk vastgelegd met vermelding van de dag waarop het van kracht wordt. Deze datum kan niet zijn gelegen vóór de datum waarop het besluit werd genomen.

 Artikel 12 - Statutenwijziging

  1. De raad is bevoegd de statuten te wijzigen.
  2. Het besluit tot statutenwijziging kan slechts worden genomen met algemene stemmen.
  3. Als een voorstel tot wijziging van de statuten wordt gedaan, moet dat vooraf, bij de oproeping tot de betreffende vergadering, worden vermeld. De woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging moet bij die oproeping worden gevoegd. De termijn van de oproeping bedraagt in dit geval ten minste twee weken.
  4. Een statutenwijziging treedt in werking op het door de raad bepaalde tijdstip, maar niet eerder dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Ieder raadslid is bevoegd om een statutenwijziging bij notariële akte vast te leggen.  

Artikel 13 - Fusie; splitsing; omzetting

Op een besluit van de raad tot fusie of splitsing in de zin van titel 7 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek en op een besluit van de raad tot omzetting van de gemeente in een andere rechtsvorm overeenkomstig artikel 2:18 Burgerlijk Wetboek, is het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van het vorige artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, onverminderd de eisen van de wet.

 Artikel 14 - Ontbinding

  1. De raad is bevoegd de gemeente te ontbinden. 
    Op het besluit tot ontbinding is het bepaalde in artikel 12, leden 2 en 3 zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
  2. De raad stelt bij zijn besluit tot ontbinding de bestemming vast van een eventueel batig saldo. Deze bestemming moet zo veel mogelijk in overeenstemming zijn met het doel van de gemeente met inachtneming van het hierna bepaalde. Het batig saldo wordt besteed ten behoeve van een algemeen nut beogende instelling met een gelijksoortige doelstelling.
  3. Als de gemeente op het tijdstip van haar ontbinding geen baten meer heeft, houdt zij op te bestaan. In dat geval doet de raad daarvan opgave aan het handelsregister.
  4. De boeken en stukken van de ontbonden gemeente blijven gedurende zeven jaren nadat de gemeente heeft opgehouden te bestaan onder bewaring van de door de raad bij het besluit tot ontbinding aangewezen persoon. Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de aangewezen bewaarder zijn naam en adres opgeven aan het handelsregister.
  5. De gemeente wordt bovendien ontbonden door:
    • insolventie nadat de gemeente in staat van faillissement is verklaard of door opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel;
    • een daartoe strekkende rechterlijke uitspraak in de bij de wet genoemde gevallen.

 Artikel 15 - Vereffening

  1. De raad is belast met de vereffening van het vermogen van de gemeente, voor zover bij het ontbindingsbesluit geen andere vereffenaar(s) is (zijn) aangewezen.
  2. Na het besluit tot ontbinding bevindt de gemeente zich in liquidatie.
    De gemeente blijft na haar ontbinding voortbestaan als en voor zover dit voor de vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk en nodig van kracht.In stukken en aankondigingen die van de gemeente uitgaan, moet ‘in liquidatie’ aan de naam van de gemeente worden toegevoegd.
  3. Een batig saldo na vereffening krijgt een bestemming zoals vastgesteld bij het ontbindingsbesluit, of bij het ontbreken daarvan, door de vereffenaar(s) met inachtneming van het bepaalde in artikel 12 lid 2, met dien verstande, dat de begunstigde een erkende ANBI instelling is.
    De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn. De gemeente houdt bij vereffening op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt.
  4. Als UBO (Ultimate Beneficial Owner) zijn de laatst statutair aangestelde voorzitter, secretaris en/of penningmeester aangewezen. Gegeven de werking van dit artikel, valt de UBO echter na vereffening noch materieel noch immaterieel enig eigendom toe. In dit verband wordt verwezen naar de regeling tussen het CIO, de Kamer en de Balstingdienst, waarbij slechts de koepel UBO's registreert.

 Artikel 16- ANBI-status

De gemeente wenst te kwalificeren als algemeen nut beogende instelling zoals bedoeld in de fiscale wet- en regelgeving. Indien een bepaling uit deze statuten strijdig is met de eisen voor kwalificatie als in de vorige zin bedoeld, is de gemeente verplicht zo spoedig mogelijk over te gaan tot zodanige aanpassing van deze statuten, dat deze niet langer strijdig zijn met bedoelde eisen.

 *Artikel 17 - Overgangsbepaling boekjaar

Het eerste boekjaar eindigt op *. Dit artikel vervalt op de dag dat het eerste boekjaar eindigt.*

 

Sluiten