Voorbeeld statuten - congregationalistisch

Korte inhoud van dit model statuten:
Artikel 1 - Naam en zetel
Artikel 2 - Doel
Artikel 3 - Inkomsten en vermogen
Artikel 4 - Lidmaatschap
Artikel 5 - Einde lidmaatschap
Artikel 6 - Aspirant leden
Artikel 7 - Vrijwillie bijdragen van de leden
Artikel 8 - Raad: samenstelling en benoeming
Artikel 9 - Raad: einde functie, schorsing
Artikel 10 - Raad: bijeenroeping, vergaderingen, besluitvorming  
Artikel 11 - Raad: leiding van de vergaderingen, notulen, besluitvorming buiten vergadering
Artikel 12 - Raad - taken en bevoegdheden
Artikel 13 - Vertegenwoordiging
Artikel 14 - Verslaggeving en verantwoording
Artikel 15 -  De ledenvergadering: bevoegdheid en jaarvergadering
Artikel 16 – De ledenvergadering: oproeping
Artikel 17 – De ledenvergadering: toegang en stemrecht
Artikel 18 – De ledenvergadering: besluitvorming
Artikel 19: De ledenvergadering: leiding en notulen
Artikel 20 - Statutenwijziging
Artikel 21 – Fusie, splitsing, omzetting
Artikel 22 - Ontbinding
Artikel 23 - Vereffening
*Artikel 24 – Reglementen
Artikel 25: Geschillenregeling
Artikel 26- ANBI-status
Artikel 27 - Overgangsbepaling

STATUTEN

Artikel 1 – Naam en zetel

 Het kerkgenootschap, hierna te noemen "de gemeente", draagt de naam: *.

  1. De gemeente is gevestigd in de burgerlijke gemeente *.
  2. De gemeente bezit als kerkgenootschap rechtspersoonlijkheid overeenkomstig artikel 2 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
  3. De gemeente is een gemeente van Jezus Christus, nieuwtestamentische gemeenschap van volgelingen en leerlingen van Jezus.
  4. De gemeente heeft de volgende organen:
    • de raad;
    • de ledenvergadering.

Artikel 2 - Doel

  1. De gemeente heeft als doel door het verkondigen van Gods Woord mensen te brengen tot geloof in Jezus Christus en tot het beleven van gemeenschap met Hem en in Hem met elkaar, alsmede het verrichten van al wat hiermee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
  2. De gemeente tracht dit doel onder meer te bereiken door:
    a. het houden van erediensten en andere samenkomsten;
    b. het houden van bijbelstudie- en gebedskringen;
    c. het organiseren van jeugd- en kinderwerk;
    d. het geven van godsdienstonderwijs
    e. evangelisatie in en buiten de plaats van vestiging door woord en geschrift
    f. het verlenen van pastorale zorg;
    g. het ondersteunen van zendingswerk
    h. alle andere wettige middelen die tot het bereiken van het doel dienstbaar kunnen zijn.
  3. De gemeente heeft als grondslag de Bijbel als het door de Heilige Geest geïnspireerde Woord van God en aanvaardt derhalve de Bijbel als basis voor het functioneren van de gemeente. De gemeente onderschrijft de geloofsbasis van de VPE.
  4. De gemeente is aangesloten bij de Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten, hierna genoemd " VPE" en is een plaatselijke gemeente in de zin van artikel V, lid 2, sub 1 van de statuten van de VPE, in welk artikellid onder meer woordelijk staat vermeld: " Plaatselijke gemeenten die als lid door het Algemeen Bestuur en de Ledenvergadering van de Regio waartoe zij behoren aanvaard zijn. Om als lid aanvaard te worden dient de gemeente ten minste twintig gemeenteleden te hebben. Onder gemeenteleden worden in dit verband verstaan al diegenen, die toegang hebben tot de ledenvergadering en geacht kunnen worden medeverantwoordelijkheid te dragen."

Artikel 3 -  Inkomsten en vermogen

  1. De inkomsten van de gemeente en haar vermogen worden gevormd door hetgeen wordt verkregen door:
    • vrijwillige bijdragen, tienden en offergaven van leden;
    • erfstellingen, legaten, schenkingen, giften en baten, die haar op andere wijze ten goede komen;
    • baten uit roerende en onroerende zaken;
    • opbrengsten uit sparen en beleggen;
    • alle andere wettige inkomsten.

2.      Aanvaarding van erfstellingen mag slechts plaats vinden onder het voorrecht van boedelbeschrijving.

 Artikel 4 - Lidmaatschap

  1. Lid van de gemeente kunnen zijn natuurlijke personen die het doel, de grondslag en de statuten van de gemeente onderschrijven, tot persoonlijk geloof in Jezus Christus zijn gekomen en gedoopt zijn in water. Leden van de gemeente worden hierna ook genoemd "lid" en/of "gemeentelid".
    Het lidmaatschap is persoonlijk en niet voor overgang vatbaar.

  2. Leden zijn zij die zich als lid bij de raad hebben aangemeld en door de raad als zodanig tot de gemeente zijn toegelaten.
  3. De secretaris van de raad houdt een ledenregister bij, waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen.
    Als een lid heeft ingestemd met de oproeping tot een ledenvergadering door middel van communicatie langs elektronische weg, wordt het adres dat door het lid voor dit doel is bekend gemaakt, in het ledenregister opgenomen.


Artikel 5 – Einde lidmaatschap

  1. Het lidmaatschap eindigt door:
    1. het overlijden van het lid;
    2. opzegging door het lid;
    3. opzegging door de gemeente;
    4. ontzetting.
  2. Opzegging van het lidmaatschap door de gemeente vindt plaats door de raad, door middel van een schriftelijk bericht aan het lid, met vermelding van de reden(en) van opzegging. Opzegging is mogelijk:

- als een lid niet meer voldoet aan de statutaire vereisten voor het lidmaatschap; of
- als een lid in ernstige mate handelt in strijd met de beginselen zoals verwoord in artikel 2 van de statuten; of
- als een lid - ondanks schriftelijke aanmaning - zijn verplichtingen ten opzichte van de gemeente niet nakomt; of
- wanneer redelijkerwijs van de gemeente niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren; dit is onder meer het geval indien een lid langere tijd niet meer als lid van de gemeente functioneert en er geen zicht is op hernieuwd functioneren binnen afzienbare tijd.

Bij het opzeggingsbesluit wordt ook de datum van beëindiging van het lidmaatschap vastgesteld.1. Ontzetting uit het lidmaatschap vindt plaats door de raad, door middel van een schriftelijk bericht aan het lid, met vermelding van de reden(en) van de ontzetting.

3. Ontzetting is alleen mogelijk als een lid in strijd handelt of heeft gehandeld met de statuten, reglementen of besluiten van de gemeente, of de gemeente op onredelijke wijze benadeelt of heeft benadeeld.

 De ontzetting gaat onmiddellijk in.

 4. Aan de eis van schriftelijkheid van een opzegging of een bericht van ontzetting wordt niet voldaan als de opzegging of het bericht van ontzetting uitsluitend elektronisch is gecommuniceerd.


Artikel 6 – Aspirant leden

  1. De ledenvergadering kan besluiten tot het instellen van het aspirant-lidmaatschap, bijvoorbeeld voor hen die nog niet in water gedoopt zijn. Aspirant-leden zijn geen lid, hebben geen stemrecht, maar kunnen wel deelnemen aan activiteiten van de gemeente. Aspirant-leden hebben toegang tot de ledenvergadering, doch hebben geen stemrecht.
  2. De in deze statuten voor leden getroffen regelingen over toelating, opzegging en ontzetting met de gevolgen daarvan, zijn zoveel mogelijk ook van toepassing op de aspirant-leden.
  3. De raad houdt een register bij waarin de namen, geboortedata en adressen van de aspirant-leden zijn vermeld.

 Artikel 7 – Vrijwillige bijdragen van de leden
De leden betalen op vrijwillige basis een niet rechtens afdwingbare jaarlijkse vrijwillige bijdrage. Met betrekking tot de hoogte van deze bijdrage doet de raad een aanbeveling. De leden kunnen aan de raad een opdracht tot automatische periodieke betaling van de vrijwillige bijdrage verstrekken.

 Artikel 8 – Raad: samenstelling en benoeming

  1. De gemeente wordt bestuurd door een bestuur, hierna ook te noemen "de raad", dat bestaat uit ten minste * *en ten hoogste* * natuurlijke personen.
    De ledenvergadering stelt het aantal raadsleden vast.
    De raad bestaat uit de oudsten, de diakenen en de voorganger van de gemeente. De voorganger is in beginsel voorzitter van de raad.

    De raad heeft een voorzitter, secretaris en penningmeester. De raad voorziet zelf in de verdeling van de functies.

    De functies van secretaris en penningmeester kunnen in één persoon worden verenigd. Voor ieder van hen kan de raad uit zijn midden een plaatsvervanger aanwijzen, die bij ontstentenis of belet de functie vervult van degene voor wie hij als plaatsvervanger is aangewezen.

    Een niet-voltallige raad behoudt zijn bevoegdheden.

    De raad draagt er zorg voor dat de ledenvergadering zo spoedig mogelijk in de vacatures kan voorzien.

  2. De ledenvergadering benoemt de raadsleden.
     *Deze benoeming vindt plaats bij besluit genomen met een meerderheid van ten minste * van de uitgebrachte stemmen *in een vergadering waarin ten minste * van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is*.*
    *Deze benoeming vindt plaats uit de leden van de gemeente, met uitzondering van de voorganger, die ook buiten de leden kan worden benoemd.
  3. De benoeming van raadsleden vindt plaats uit een voordracht. De raad is bevoegd een voordracht op te maken.
    De voordracht moet bij voorkeur ten minste twee personen voor elk te vervullen plaats bevatten, met uitzondering van de plaats van voorganger.

 keuzeblok:

*De voordracht is niet bindend.* keuzeblok:
*De voordracht is bindend. Aan de voordracht kan evenwel het bindend karakter worden ontnomen door een besluit van de ledenvergadering, met ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen genomen.
*In die vergadering moet ten minste de helft van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.*
*Als de ledenvergadering het bindend karakter aan de voordracht heeft ontnomen, is zij vrij in de benoeming.*

 keuzeblok:

4. Raadsleden worden benoemd voor onbepaalde tijd.*

 keuzeblok:

4a. Raadsleden worden benoemd voor *onbepaalde tijd* / *voor een periode van ten hoogste * - * jaar*.

Raadsleden treden af volgens een door de raad op te maken rooster. Een volgens rooster aftredende raadslid is *onmiddellijk herbenoembaar*eenmaal onmiddellijk herbenoembaar*niet herbenoembaar*.

 *De raad kan bepalen dat een eerste benoemingsperiode die op grond van het rooster van aftreden * - * jaar is of korter is dan * - * jaar, bij de toepassing van de vorige zin niet in aanmerking wordt genomen.*

 Degene die niet onmiddellijk herbenoembaar is, kan pas na het verstrijken van een periode van * - * jaar na de afloop van zijn benoemingsperiode weer tot raadslid worden benoemd.

 4b. Het in een tussentijdse vacature benoemde raadslid neemt op het rooster de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.

 *Wanneer als gevolg hiervan de eerste benoemingsperiode van de in de vacature benoemde * - * jaar is of korter is dan * - * jaar, kan de raad bepalen dat deze benoemingsperiode niet in aanmerking wordt genomen bij de toepassing van onderdeel a van dit lid.*

5. Een raadslid dient te voldoen aan de bijbelse eisen met betrekking tot voorgangers, oudsten en diakenen.

6. Een voorganger wordt benoemd voor onbepaalde tijd, tenzij bij de aanstelling anders wordt bepaald.

7. Ten hoogste de helft van het aantal raadsleden mag met een ander raadslid een familieband hebben. Onder familieband wordt verstaan bloed- of aanverwantschap tot en met de vierde graad en de hoedanigheid van echtgenoot, geregistreerd partner of andere levensgezel.

Artikel 9 – Raad: einde functie, schorsing

  1. Een raadslidmaatschap eindigt:
  • door aftreden van een raadslid;
  • * door verloop van de termijn waarvoor het raadslid is benoemd;*
  • door overlijden van een raadslid;
  • door ondercuratelestelling van een raadslid of onder bewindstelling van zijn gehele vermogen;
  • wanneer het raadslid niet langer lid is van de gemeente;
  • * als het raadslid niet meer voldoet aan de vereisten als opgenomen in artikel 8 lid 2 om als raadslid te kunnen worden benoemd;*
  • door ontslag van het raadslid, conform het hierna in lid 2 bepaalde;
  • * wanneer het raadslid in staat van faillissement wordt verklaard, een regeling in het kader van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing wordt verklaard of hij surseance van betaling verkrijgt;*

een en ander met inachtneming van het hierna bepaalde. 

2. Een raadslid kan te allen tijde door de raad worden ontslagen. Dit ontslag vindt plaats bij unaniem besluit van de raad, waarbij de stem van het raadslid waarop het ontslag betrekking heeft niet wordt meegerekend. Ingeval van ontslag dient de Geschillencommissie van de VPE te worden geconsulteerd..

3. Een raadslid kan te allen tijde door de raad worden geschorst. Deze schorsing vindt plaats bij unaniem besluit van de raad, waarbij de stem van het raadslid waarop de schorsing betrekking heeft niet wordt meegerekend. Ingeval van schorsing dient de Geschillencommissie van de VPE te worden geconsulteerd. De schorsing beloopt ten hoogste drie maanden en kan door de raad eenmaal met die termijn worden verlengd. Volgt gedurende de schorsing geen ontslag, dan is de schorsing na het verloop van de termijn geëindigd.

Artikel 10 – Raad: bijeenroeping, vergaderingen, besluitvorming

  1. Ieder raadslid is bevoegd een vergadering van de raad bijeen te roepen.
  2. De bijeenroeping van de vergaderingen van de raad vindt schriftelijk plaats, met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van bijeenroeping en die van de vergadering niet meegerekend, onder opgave van de dag, het aanvangstijdstip en de plaats van de vergadering en van de te behandelen onderwerpen (agenda).
    Het raadslid dat voor dit doel een adres aan de gemeente bekend heeft gemaakt, kan tot de vergaderingen van de raad worden opgeroepen door een langs elektronische weg aan dat adres gezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht.
  3. Als wordt gehandeld in strijd met een van de bepalingen van de twee vorige leden kan de raad toch rechtsgeldige besluiten nemen, als alle raadsleden in de vergadering aanwezig zijn.
  4. In de vergaderingen van de raad heeft ieder raadslid één stem.
    Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
  5. Besluiten door de raad worden in beginsel genomen met algemene stemmen. Besluitvorming door de raad inzake een urgente aangelegenheid kan plaatsvinden met een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen.

 Artikel 11 - Raad: leiding van de vergaderingen, notulen, besluitvorming buiten vergadering 

  1. De voorzitter leidt de vergaderingen van de raad; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
  2. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter van de vergadering over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, als de meerderheid van de vergadering of, als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk plaatsvond, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  3. Van het verhandelde in de vergaderingen van de raad worden notulen gehouden door de secretaris of een daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon. De notulen worden - nadat zij zijn vastgesteld - door de voorzitter en de notulist van de vergadering ondertekend.
  4. De raad kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen als alle raadsleden zich schriftelijk vóór het voorstel hebben verklaard. Onder een schriftelijke verklaring wordt ook begrepen een langs elektronische weg gezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, aan het adres dat de raad voor dit doel heeft vastgesteld en aan alle raadsleden bekend heeft gemaakt.


Artikel 12 – Raad: taken en bevoegdheden

  1. De raad is belast met het besturen van de gemeente. Ieder raadslid is tegenover de gemeente verplicht tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. De raad is verplicht van de vermogenstoestand van de gemeente en van alles met betrekking tot de werkzaamheden van de gemeente, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de gemeente kunnen worden gekend.
  2. * De raad is verplicht de bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
     *2.   De raad is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de gemeente zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt.

 *De raad heeft de goedkeuring nodig van de ledenvergadering voor het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten als hiervoor omschreven. Deze beperking van de bevoegdheid van de raad kan aan derden worden tegengeworpen.*

*2.   De raad is wel bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, maar niet tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de gemeente zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt.
Deze beperking van de bevoegdheid van de raad kan aan derden worden tegengeworpen.* De raad is niet bevoegd tot het aanvaarden van nalatenschappen, tenzij dit plaatsvindt onder het voorrecht van boedelbeschrijving.

 

Artikel 13 – Vertegenwoordiging

  1. De raad vertegenwoodigt de gemeente
  2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan twee gezamenlijk handelende raadsleden*, van wie ten minste één moet zijn de voorzitter*.* / *van wie ten minste één moet zijn de voorzitter, secretaris of penningmeester.*
  3. De in beide vorige leden van dit artikel opgenomen bevoegdheid van de raad en raadsleden tot vertegenwoordiging van de gemeente bestaat ook als tussen de gemeente en een of meer raadsleden een tegenstrijdig belang bestaat.
  4. De raad kan besluiten tot het verlenen van incidentele dan wel doorlopende volmacht aan een of meer raadsleden en/of aan anderen, zowel samen als afzonderlijk, om de gemeente binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
  5. In alle gevallen waarin de gemeente een tegenstrijdig belang heeft met een of meer raadsleden kan de ledenvergadering een of meer personen aanwijzen om de gemeente te vertegenwoordigen.

Artikel 14 – Verslaggeving en verantwoording

  1. Het boekjaar van de gemeente is gelijk aan het kalenderjaar.
  2. De raad brengt op een ledenvergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, verlenging van deze termijn door de ledenvergadering uitgezonderd, een jaarverslag uit over de gang van zaken in de gemeente en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de raadsleden. Ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
    Als de gemeente een of meer ondernemingen in stand houdt, die op grond van de wet in het handelsregister moeten worden ingeschreven, wordt op de staat van baten en lasten de netto-omzet van deze ondernemingen vermeld.
  3. De raad legt de jaarstukken ter goedkeuring voor aan de ledenvergadering.
    Wordt over de getrouwheid van deze stukken geen verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek overgelegd, dan worden daaraan voorafgaand de jaarstukken gecontroleerd door een door de ledenvergadering te benoemen controlecommissie van ten minste twee leden die geen deel mogen uitmaken van de raad. Een lid van de controlecommissie kan ten hoogste twee achtereenvolgende jaren zitting hebben in de controlecommissie.
    De raad is verplicht om de controlecommissie inzage te geven in de gehele boekhouding en de daarop betrekking hebbende bescheiden en om alle door haar gewenste inlichtingen te verstrekken. Als de commissie dat voor een juiste vervulling van haar taak noodzakelijk acht, kan zij zich laten bijstaan door een externe deskundige.
    De commissie brengt van haar onderzoek verslag uit aan de ledenvergadering, vergezeld van een advies tot al of niet goedkeuring van de jaarstukken.
    Nadat de jaarstukken zijn goedgekeurd door de ledenvergadering wordt het voorstel gedaan om kwijting te verlenen aan de raad voor de door hem daarmee afgelegde rekening en verantwoording.
  4. In een vergadering te houden vóór de afloop van het boekjaar stelt de raad een begroting van de baten en lasten van het volgende boekjaar vast.
    De begroting wordt opgemaakt door de penningmeester en aan alle raadsleden gezonden uiterlijk in de voorlaatste maand van het boekjaar voorafgaand aan het boekjaar waarop de begroting betrekking heeft.*
  5. De raad stelt een beleidsplan vast en actualiseert dit beleidsplan periodiek.
    Het beleidsplan geeft inzicht in de door de gemeente te verrichten activiteiten, de wijze van werving van gelden, het beheer van het vermogen van de gemeente en de besteding daarvan.

 

Artikel 15 – De ledenvergadering: bevoegdheid en jaarvergadering

  1. Aan de ledenvergadering komen in de gemeente alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan de raad zijn opgedragen.
  2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar, wordt een ledenvergadering - de jaarvergadering - gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
    1. het verslag van de raad over het afgelopen boekjaar;
    2. het voorstel tot het al of niet goedkeuren van de jaarstukken over het afgelopen boekjaar;
    3. het voorstel tot verlenen van kwijting aan de raad;
    4. de benoeming van de leden van de controlecommissie voor het nieuwe boekjaar;
    5. de benoeming van raadsleden als er in de raad vacatures bestaan; en
    6. voorstellen van de raad of de leden, zoals aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
  3. * Uiterlijk één maand voor het verstrijken van het boekjaar, legt de raad aan de ledenvergadering de begroting voor het komende boekjaar ter goedkeuring voor.*

 *3.   Uiterlijk één maand voor het verstrijken van het boekjaar, legt de raad de begroting voor het komende boekjaar ter inzage van de leden.*

Artikel 16 – De ledenvergadering: oproeping

  1. De ledenvergadering wordt bijeengeroepen door de raad.
    Een aantal leden, samen bevoegd tot het uitbrengen van ten minste een tiende deel van de stemmen, kan de raad schriftelijk verzoeken een ledenvergadering bijeen te roepen binnen vier weken na dat verzoek. Als de raad niet binnen veertien dagen na ontvangst van dat verzoek de uitnodiging tot de vergadering heeft laten uitgaan, kunnen de verzoekers zelf de vergadering bijeenroepen.
    Aan de eis van schriftelijkheid van het verzoek bedoeld in de vorige alinea wordt *ook*niet* voldaan als het verzoek elektronisch is vastgelegd.
  2. De oproeping tot de ledenvergadering vindt plaats door middel van:
    *- een publicatie in het gemeentesorgaan; of*
    - een schriftelijk bericht aan de adressen van de leden volgens het ledenregister; of
    * *- een advertentie in een ter plaatse veelgelezen dagblad.*
    *De bijeenroeping kan, als een lid hiermee instemt, ook plaatsvinden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door het lid voor dit doel is bekend gemaakt.*
  3.  De termijn van oproeping bedraagt ten minste veertien dagen, de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet meegerekend.
  4. Naast de plaats, datum en tijd van de vergadering, moet de oproeping een agenda bevatten waaruit blijkt welke onderwerpen aan de orde worden gesteld.

 Artikel 17 – De ledenvergadering: toegang en stemrecht

  1. Toegang tot de ledenvergadering hebben alle niet-geschorste leden van de raad en van de gemeente*, en de wettelijk vertegenwoordigers van de minderjarige leden van de gemeente*. De vergadering kan besluiten ook andere personen tot (een deel van) de vergadering toe te laten. Geschorste leden en leden van wie het lidmaatschap is opgezegd of die uit het lidmaatschap zijn ontzet, hebben toegang tot dat deel van de vergadering waar het beroep tegen schorsing, opzegging of ontzetting aan de orde is.
  2. Ieder gewoon lid en ieder erelid heeft één stem.
    Een geschorst lid heeft geen stemrecht.
    *Het stemrecht van een minderjarig lid kan alleen worden uitgeoefend door zijn wettelijk vertegenwoordiger.*
  3. Een stemgerechtigd lid kan een ander stemgerechtigd lid volmacht geven namens hem te stemmen.
    Deze volmacht moet schriftelijk worden gegeven en vóór de stemming aan de raad worden overgelegd.
    Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan als de volmacht elektronisch is vastgelegd.
    *Eén lid kan niet meer dan * andere leden vertegenwoordigen.*

Artikel 18 – De ledenvergadering: besluitvorming

  1. Voor zover in deze statuten niet anders is bepaald, wordt een besluit genomen met volstrekte meerderheid van stemmen van de in de vergadering aanwezige en vertegenwoordigde leden, ongeacht hun aantal.
    Blanco en ongeldige stemmen tellen niet mee voor de besluitvorming maar tellen wel mee voor het bepalen van een in deze statuten voorgeschreven quorum.
  2. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats als de meerderheid van de vergadering of, als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk plaatsvond, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  3. Als bij stemming over de verkiezing van personen bij eerste stemming geen meerderheid wordt verkregen, dan zal een nieuwe stemming plaats hebben. Als ook dan geen meerderheid verkregen wordt, zal bij een tussenstemming worden beslist tussen welke personen zal worden herstemd.
    Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het *lot.
  4. Als de stemmen staken over een voorstel dat niet over de verkiezing van personen gaat, is het voorstel verworpen.
  5. Alle stemmingen vinden mondeling plaats, tenzij de voorzitter of ten minste drie leden vóór de stemming laat of laten weten een schriftelijke stemming te verlangen.
    Schriftelijke stemming vindt plaats bij ongetekende, gesloten stembriefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk tenzij een lid hoofdelijke stemming verlangt.
    *Een stemgerechtigd lid kan zijn stemrecht niet door middel van een elektronisch communicatiemiddel uitoefenen.*
    *Een stemgerechtigd lid kan zijn stemrecht ook uitoefenen door middel van een elektronisch communicatiemiddel, op voorwaarde dat de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen op de vergadering en het stemrecht kan uitoefenen.
    De raad kan voorwaarden stellen aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel. Deze voorwaarden worden bij de oproeping bekend gemaakt.*
    *Een stemgerechtigd lid kan zijn stemrecht ook uitoefenen door middel van een elektronisch communicatiemiddel, op voorwaarde dat de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen op de vergadering en het stemrecht kan uitoefenen.
    Bovendien is vereist dat de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan deelnemen aan de beraadslaging.
    De raad kan voorwaarden stellen aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel. Deze voorwaarden worden bij de oproeping bekend gemaakt.*
    *Een stemgerechtigd lid kan zijn stem voorafgaand aan de ledenvergadering via een elektronisch communicatiemiddel uitbrengen, maar niet eerder dan op de *dertigste* dag voor die van de vergadering. Een dergelijke stem wordt gelijkgesteld met stemmen die gedurende de vergadering worden uitgebracht. Een stem die op die wijze is uitgebracht, kan niet worden herroepen.*
  6. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft dezelfde kracht als een besluit van de ledenvergadering, als dit met voorkennis van de raad is genomen.
  7. Als in een vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen - mits met algemene stemmen - geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, ook al is het onderwerp niet of niet op de voorgeschreven wijze bij de oproeping aangekondigd of heeft de oproeping niet op rechtsgeldige wijze plaatsgevonden.


Artikel 19: De ledenvergadering: leiding en notulen

  1. Een ledenvergadering wordt geleid door de voorzitter van de gemeente.
    Ontbreekt de voorzitter, dan wijst de raad een ander raadslid aan als voorzitter van de vergadering. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
  2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter van de vergadering daartoe aangewezen persoon notulen gehouden, die door de voorzitter en de notulist door ondertekening worden vastgesteld.


Artikel 20 - Statutenwijziging

  1. De statuten van de gemeente kunnen worden gewijzigd door een besluit van de ledenvergadering. Wanneer aan de ledenvergadering een voorstel tot wijziging van de statuten zal worden gedaan, moet dat steeds bij de oproeping tot de ledenvergadering worden vermeld.
  2. Degenen die de oproeping tot de ledenvergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen. Dit afschrift moet ter inzage liggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
  3. Een besluit tot statutenwijziging moet worden genomen met een meerderheid van ten minste * van de uitgebrachte stemmen.
    *In die vergadering moet ten minste * van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Is het vereiste aantal leden niet aanwezig of vertegenwoordigd, dan kan een nieuwe ledenvergadering worden bijeengeroepen waarin het besluit kan worden genomen met een meerderheid van ten minste * van de uitgebrachte stemmen, onafhankelijk van het aantal op deze vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden. Bij de oproeping voor de nieuwe vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen,onafhankelijk van het aantal op de vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden. De hiervoor bedoelde tweede vergadering wordt niet eerder dan * weken en niet later dan * weken na de eerste vergadering gehouden.*
  4. Een statutenwijziging wordt van kracht onmiddellijk nadat deze in een notariële akte is vastgelegd. Ieder raadslid is bevoegd om een statutenwijziging bij notariële akte vast te leggen. Indien en zolang de gemeente is aangesloten bij de VPE is individuele inschrijving van de gemeente in het handelsregister van de Kamer van Koophandel niet vereist, onder voorbehoud van andersluidende wet- of regelgeving. De VPE is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 32146736.

 

Artikel 21 – Fusie, splitsing, omzetting
Op een besluit van de ledenvergadering tot fusie of splitsing in de zin van titel 7 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek en op een besluit van de ledenvergadering tot omzetting van de gemeente in een andere rechtsvorm overeenkomstig artikel 2:18 Burgerlijk Wetboek, is het bepaalde in het vorige artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, onverminderd de eisen van de wet.

Artikel 22: Ontbinding

  1. De gemeente kan worden ontbonden door een besluit van de ledenvergadering. Het in deze statuten bepaalde over een besluit tot statutenwijziging is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot ontbinding.
    Bij het besluit tot ontbinding wordt de bestemming van een eventueel batig liquidatiesaldo vastgesteld, met inachtneming van het hierna bepaalde. Een batig liquidatiesaldo moet worden besteed ten behoeve van een algemeen nut beogende instelling met een soortgelijke doelstelling of van een buitenlandse instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt en die een soortgelijke doelstelling heeft.
    Als de gemeente op het tijdstip van haar ontbinding geen baten meer heeft, houdt zij op te bestaan. In dat geval doet de raad daarvan opgave aan het handelsregister.
    De boeken en stukken van de ontbonden gemeente blijven gedurende zeven jaren nadat de gemeente heeft opgehouden te bestaan onder bewaring van de door de raad bij het besluit tot ontbinding aangewezen persoon. Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de aangewezen bewaarder zijn naam en adres opgeven aan het handelsregister.
  2. De gemeente wordt bovendien ontbonden door:
    • insolventie nadat de gemeente in staat van faillissement is verklaard of door opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel;
    •  een daartoe strekkende rechterlijke uitspraak in de bij de wet genoemde gevallen.

Artikel 23 - Vereffening

  1. De raad is belast met de vereffening van het vermogen van de gemeente, voor zover bij het ontbindingsbesluit geen andere vereffenaar(s) is (zijn) aangewezen.
  2. Na het besluit tot ontbinding bevindt de gemeente zich in liquidatie.
    De gemeente blijft na haar ontbinding voortbestaan als en voor zover dit voor de vereffening van haar vermogen nodig is.
    Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk en nodig van kracht.
    In stukken en aankondigingen die van de gemeente uitgaan, moet ‘in liquidatie’ aan de naam van de gemeente worden toegevoegd.
  3. Een batig saldo na vereffening krijgt een bestemming die zoveel mogelijk in overeenstemming is met het doel van de gemeente, doch in ieder geval aan een als zodanig erkende ANBI instelling.
    Deze bestemming wordt vastgesteld bij het ontbindingsbesluit, of bij het ontbreken daarvan, door de vereffenaar(s).
    De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn.
    De gemeente houdt bij vereffening op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt.
  4. Als UBO (Ultimate Beneficial Owner) zijn de laatst statutair aangestelde voorzitter, secretaris en/of penningmeester aangewezen. Gegeven de werking van dit artikel, valt de UBO echter na vereffening noch materieel noch immaterieel enig eigendom toe. In dit verband wordt verwezen naar de regeling tussen het CIO, de Kamer en de Balstingdienst, waarbij slechts de koepel UBO's registreert.  

 *Artikel 24 – Reglementen

  1. De ledenvergadering kan een of meer reglementen vaststellen.
  2. Een reglement kan nadere regels geven over onder meer het lidmaatschap, de introductie van nieuwe leden, de contributie, de werkzaamheden van de raad, werkgroepen of commissies, de vergaderingen.
    Een reglement mag niet in strijd zijn met de wet of met de statuten en mag geen bepalingen bevatten die bij statuten behoren te worden geregeld.*

 Artikel 25: Geschillenregeling

  1. Bij ernstige onenigheden in een gemeente is de VPE bevoegd op schriftelijk verzoek of eigener beweging, na behoorlijk overleg met de raad van de desbetreffende gemeente, onderzoekende en raadgevende activiteiten te ondernemen.
  2. Het verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt ingediend door de raad van de gemeente en/of door tenminste een vijfde deel van de leden van de desbetreffende gemeente. De gehele gemeente dient vooraf door de indiener(s) schriftelijk van dit verzoek in kennis te worden gesteld.
  3. De VPE kan, gehoord de raad van de gemeente respectievelijk een afvaardiging van de in het tweede lid bedoelde gemeenteleden, het verzoek tot bemiddeling of advies onmiddellijk dan wel in enig stadium van behandeling als geschil voorleggen aan de Geschillencommissie van de VPE.

 Artikel 26- ANBI-status

 De gemeente wenst te kwalificeren als algemeen nut beogende instelling zoals bedoeld in de fiscale wet- en regelgeving. Indien een bepaling uit deze statuten strijdig is met de eisen voor kwalificatie als in de vorige zin bedoeld, is de gemeente verplicht zo spoedig mogelijk over te gaan tot zodanige aanpassing van deze statuten, dat deze niet langer strijdig zijn met bedoelde eisen.

 Artikel 27 - Overgangsbepaling

 Het eerste boekjaar eindigt op *. Dit artikel vervalt op de dag dat het eerste boekjaar eindigt.*

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sluiten